Salderings energiebelasting
Publicatiedatum: 4 juli 2025
Minster Hermans geeft aan in de Tweede Kamer dat de gevolgen voor bestaande energiecontracten een privaatrechtelijke kwestie zijn tussen leveranciers en klanten. De rechter moet hierover beslissen. De minister van Klimaat en Groene Groei schrijft hierover in haar antwoorden op Kamervragen van CDA-Kamerlid Bontenbal.
Contractkwestie
Bontenbal had Kamervragen gesteld of consumenten niet alleen door de wettelijke
regeling, maar ook vanwege contractuele afspraken recht hebben op salderen. Minister Hermans antwoordt dat de beëindiging van de salderingsregeling wettelijk is vastgelegd. ‘De wet regelt niet hoe leveranciers na het vervallen van deze wettelijke verplichting de kosten voor de aan een eindafnemer geleverde elektriciteit in rekening moeten brengen, noch of, en zo ja hoe, zij hun contractvoorwaarden daarop aan moeten passen’, zegt dus de minister. ‘Dat is aan de contractpartijen.’
Belastingverplichting
Vanaf 2027 vervalt de vrijstelling van energiebelasting voor gesaldeerde elektriciteit. Dus vanaf de inwerktreding van de Wet beëindiging salderingsregeling geldt er geen vrijstelling van belastingen meer voor geleverde elektriciteit die wordt gesaldeerd. Vanaf 1 januari 2027 zijn leveranciers verplicht deze belastingen door te berekenen.
Privaatrecht
Op de vraag of energieleveranciers zomaar kunnen afwijken van bestaande afspraken over salderen, geeft minister Hermans geen eenduidig antwoord. Volgens haar is dit een kwestie tussen klant en leverancier, waarbij de exacte contractvoorwaarden en de specifieke situatie doorslaggevend zijn.
Hermans verwacht dat het aantal lopende contracten zonder afspraken over het aflopen van de salderingsregeling na 1 januari 2027 beperkt zal zijn. In nieuwe contracten die zijn afgesloten na 17 december 2024 is doorgaans al opgenomen dat de mogelijkheid tot salderen per 1 januari 2027 komt te vervallen.
Juridische uitspraken
Kamerlid Bontenbal vroeg minister Hermans hoe zij aankijkt tegen de opvatting van sommige experts dat bestaande afspraken over salderen mogelijk juridisch blijven gelden, ook nadat de wettelijke regeling is beëindigd. De minister doet hierover geen inhoudelijke uitspraak. Ze benadrukt dat de interpretatie van wetgeving na inwerkingtreding uiteindelijk aan de rechter is, die in een concreet geval bepaalt hoe het recht moet worden toegepast.
Hermans roept energieleveranciers op om duidelijk te zijn richting hun klanten over de inhoud van contractvoorwaarden en eventuele wijzigingen daarin. Als consumenten het niet eens zijn met aanpassingen in hun overeenkomst, raadt de minister aan om eerst in overleg te gaan met de leverancier. Mocht dat geen oplossing bieden, dan kunnen zij terecht bij de Geschillencommissie of de burgerlijke rechter.
Ongelijkheid
CDA-Kamerlid Bontenbal uitte zijn zorgen over mogelijke ongelijkheid tussen consumenten die wel of geen nieuw energiecontract hebben waarin het recht op salderen vervalt. Minister Hermans gaf aan dat het kabinet daar geen uitspraak over kan doen. Volgens haar betreft dit een privaatrechtelijke aangelegenheid tussen consument en leverancier, waar de overheid geen directe rol in speelt.
Consumentenadvies
Minister Hermans benadrukt dat energieleveranciers transparant moeten zijn over hun voorwaarden, zeker met het oog op het afbouwen van de salderingsregeling. Ze adviseert consumenten die overwegen over te stappen naar een andere leverancier of contract, zich goed te laten informeren over de mogelijke gevolgen voor hun recht op salderen.
Tot slot wijst Hermans op het amendement-Postma, waarin is vastgelegd dat consumenten géén opzegvergoeding hoeven te betalen als hun leverancier een contract dat vóór 29 januari 2025 is afgesloten, eenzijdig wijzigt vanwege het aflopen van de salderingsregeling.
Bron: Solar Magazine 26 juni 2025